Annemarie van Niekerk reviews The Sympathizer for Truow.
Je hoeft niet over een kristallen bol te beschikken om te kunnen voorspellen dat er onder de talloze vluchtelingen die nu de Middellandse Zee oversteken ook potentiële schrijvers zitten die binnen enkele decennia stem zullen geven aan hun ervaringen.
Die toekomstige migrantauteurs hebben een voorganger in Viet Thanh Nguyen (1971). Toen de Amerikanen zich in 1975 uit Vietnam terugtrokken en er een einde kwam aan de burgeroorlog tussen het communistische Noorden en het westers gezinde Zuiden, ontvluchtte hij samen met zijn ouders het land.
Veertig jaar later werd hij als ingezetene van de Verenigde Staten de auteur van de meervoudig bekroonde debuutroman ‘De sympathisant’ – onder meer goed voor de Pulitzer Prize.
Het bijzondere van Nguyens boek is dat we het verhaal van de Vietnamoorlog nu eens van de andere kant leren kennen. Het begint kort voor de val van de Zuid-Vietnamese hoofdstad Saigon en eindigt een jaar of tien later. Een naamloos blijvende Vietnamese legerofficier leidt ons door een uiterst chaotische periode.
Een naamloos blijvende Vietnamese legerofficier leidt ons door een uiterst chaotische periode
Diepe haat
Geboren als zoon van een jong meisje dat zwanger is geworden van een Franse priester vat hij een diepe haat voor zijn afwezige vader op en begint te sympathiseren met het communisme, samen met een goede vriend. Met een derde vriend heeft dit tweetal een bloedbroederschap van eeuwige trouw gesloten.
Maar deze derde keert zich juist tegen de communisten, die hij ‘al haatte sinds het lokale kaderlid zijn vader, het dorpshoofd, had laten knielen op het dorpsplein om een bekentenis af te leggen en hem daarna door zijn kop had geschoten.’ Opvallend genoeg wordt de vriendschap niet aangetast door ideologische verschillen. Dat het één naast het andere kan bestaan is kenmerkend voor de tweespalt in de hoofdpersoon die alles te maken heeft met zijn status van bastaardkind.
Tijdens de jaren zestig krijgt deze hoofdpersoon de kans om met een beurs aan een Amerikaanse universiteit te gaan studeren en Engels te leren spreken. Bij terugkeer in Zuid-Vietnam heeft hij het beste van twee werelden zo perfect in zijn persoonlijkheid weten te verenigen dat hij geknipt is voor de rol van spion. Als kapitein in het Zuid-Vietnamese leger wordt hij de vertrouweling van een generaal met CIA-connecties, maar tegelijkertijd opereert hij als geheim agent voor de Vietcong.
Wanneer in 1975 het Zuid-Vietnamese bewind instort, weet onze man met zijn superieuren naar de VS te ontkomen. Onkundig van het feit dat de kapitein alles doorbrieft aan Hanoi maken de generaal en zijn medeballingen plannen om Vietnam van de communisten te bevrijden. In de slotepisodes bereikt de spanning een climax. De hoofdpersoon is inmiddels naar zijn geboorteland teruggekeerd en wordt daar geconfronteerd met het nieuwe regime en zijn eigen aandeel in de oorlog tussen Noord en Zuid.
Als kapitein in het Zuid-Vietnamese leger wordt hij de vertrouweling van een generaal met CIA-connecties
Scherpe ironie
Viet Thanh Nguyen neemt zijn lezers mee tot in de diepste en nauwste gangetjes van het spionnenbrein. Hij maakt aannemelijk dat zijn hoofdpersoon ondanks zijn diepgeworteld gevoel voor loyaliteit en medemenselijkheid toch in staat is tot de ergste wreedheden. Als dienaar van twee heren heeft de kapitein vrienden aan beide kanten.
Hij kent hun idealen en verwachtingen, angsten en trauma’s. Hij is op de hoogte van wat hen drijft en weet van hun wandaden. Het is onvermijdelijk dat zijn politieke overtuigingen en zijn persoonlijke banden met elkaar botsen. Zo laat de roman indringend zien wat er gebeurt als vriendschap zwaarder weegt dan ideologie.
Nu Nguyen er zo glansrijk in slaagt om zich in twee tegenovergestelde werelden te verplaatsen, krijgt het door hem in beeld gebrachte geweld iets absurds en futiels. Wie aan beide zijden van het front is geweest, weet dat goed en fout even abstracte als relatieve begrippen zijn.
Dankzij de beeldende stijl, de aanschouwelijke verteltrant, de scherpe ironie en de zwarte humor wordt de lectuur van deze roman een ervaring die je lang bijblijft. Je hebt het gevoel alsof je ook zelf uitgeput en gewond op het slagveld bent blijven liggen, geschokt door de verschrikkingen van de oorlog, en ervan overtuigd dat de revolutionaire strijd voor vrijheid en onafhankelijkheid onoverkomelijke schaduwkanten heeft. En je beseft dat je in dit verhaal de stem van Vietnam hebt gehoord, in al zijn toonhoogten.